Overheden, woningcorporaties, nutsbedrijven, bedrijfsleven, onderwijs en inwoners hebben in 2017 de gezamenlijke ‘Energiestrategie Drechtsteden’ geformuleerd. Hoe staan we ervoor?
Klimaatmonitor
Regionale klimaatmonitor
De Regionale klimaatmonitor monitort de decentrale energietransitie. Daarvoor verzamelen ze informatie uit tientallen bronnen, zoals CBS en RVO. Ze combineren deze tot nieuwe indicatoren, die een beeld geven van de voortgang van de decentrale energietransitie. Voorbeelden zijn energieverbruik, CO2-uitstoot en hernieuwbare energie.
Kies op het dashboard het thema. Kies vervolgens bovenaan naast thema's via het potloodje de regio. Klik bij gebied op RES-regio en kies vervolgens voor Drechtsteden.NAAr de Regionale klimaatmonitor
VAN LOKAAL NAAR REGIONAAL: DE GROEI VAN HET WARMETENET IN DE DRECHTSTEDEN
In 2011 gingen de eerste pijpleidingen voor het warmtenet in Dordrecht de grond in. Inmiddels beperkt het warmtenet zich al lang niet meer alleen tot Dordrecht. Ook in Papendrecht, Sliedrecht, Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht lopen projecten om huizen en gebouwen aan te sluiten op een warmtenet. In de Drechtsteden zijn tot medio 2021 zo'n 7500 WEQ (woningequivalenten*) gerealiseerd. De gemeenten willen tot 2030 nog eens 12.000 tot 25.000 WEQ aansluiten (RES). Mede dankzij de subsidie Stimuleringsregeling Aardgasvrije Huurwoningen (SAH) van het Rijk zijn er afgelopen jaar 2000 extra WEQ bijgekomen. Een groot deel hiervan zijn huurwoningen van corporaties.
Naast het aansluiten van huurwoningen op het warmtenet, worden ook nieuwbouwwoningen en bedrijven aangesloten. Onlangs is winkelcentrum Sterrenburg in Dordrecht aangesloten. Daarnaast loopt er ook een traject in de proeftuin Sliedrecht-Oost om particuliere woningeigenaren aan te sluiten. Inmiddels hebben de eerste particuliere eigenaren besloten over te stappen op het warmtenet van HVC. Ook een VvE in Sliedrecht-Oost heeft besloten om over te stappen.
Al deze aansluitingen zorgen ervoor dat er in de Drechtsteden een startmotor wordt ontwikkeld voor een groter warmtenet dat verder kan worden uitgebreid. Belangrijk daarbij is de beschikbaarheid in de buurt van duurzame warmtebronnen. Naast restwarmte van de industrie zijn er in de Drechtsteden ook mogelijkheden voor geothermie en Thermische Energie uit Oppervlaktewater (TEO-centrales).
Om de warmtetransitie tot een succes te maken, is er geld en regelgeving nodig van het Rijk. Die randvoorwaarden zijn nog niet ingevuld. Hierdoor kunnen we niet zoveel als we willen. Maar dat betekent niet dat de regio Drechtsteden rustig afwacht op deze invulling. We blijven inzetten op de kansen en mogelijkheden waar uitbreiding van het warmtenet wel kan en zetten in op het aardgasvrij-ready maken waar het warmtenet nu nog niet kan.
*Woningequivalenten: De plannen maken voor het isoleren en/of aardgasvrij maken hebben niet alleen betrekking op woningen, maar ook op andere gebouwen. Omdat deze gebouwen erg kunnen verschillen qua omvang, worden ze gemeten in woningequivalenten. Een woning is gelijk aan een woningequivalent. Voor utiliteitsgebouwen (fabrieken, kantoren, scholen etc.) geldt 1 woningequivalent is het aantal m2 van een gebouw gedeeld door 130.